15 april 2021
De Inspectie SZW werkt risicogestuurd en streeft naar een optimale mix van interventies die aantoonbaar het meeste effect opleveren. Bij de selectie maken de programmateams gebruik van de zogenoemde Interventietoolbox. Die bevat een interventiewijzer en instrumenten waarmee de projectleiders kunnen bepalen welke interventie of mix van interventies helpt bij het halen van de programmadoelen (een verbeterde naleving bij de gekozen doelgroepen). Maar wat is het effect van deze interventie(mix)? De Inspectie SZW deed mee met Startup in Residence (SiR) om het effect van deze interventies concreet en zichtbaar te maken.
De Inspectie SZW beoogt dat werkgevers met behulp van doelgerichte interventies worden aangesproken en aangespoord om hun verantwoordelijkheid te nemen voor eerlijk, veilig en gezond werk. Met behulp van de Interventietoolbox kunnen projectteams van de Inspectie bepalen welke interventies het beste aansluiten op de verschillende doelgroepen van werkgevers.
Hoewel de Interventietoolbox zeer kansrijk is, blijkt het inbedden ervan in de organisatie een uitdaging. De Inspectie SZW wil graag dat een bredere groep medewerkers de Interventietoolbox goed kan toepassen, de gekozen en uitgevoerde interventies goed kan registreren en de voortgang bewaakt. Op die manier ontstaat meer synergie tussen de verschillende Inspectieteams.
Creëren hefboomeffect door gerichte inzet interventiemix
Het gaat om een werkwijze waarbij het selecteren van de juiste, doelgerichte interventie(mix) centraal staat. Je kunt bijvoorbeeld bij 1500 onderaannemers van een grote opdrachtgever individueel inspecteren of zij hun risico’s op het gebied van Arbo op orde hebben. Een alternatief is om via verschillende interventies de opdrachtgever ervan te overtuigen om de aanbestedingseisen waaraan onderaannemers moeten voldoen te veranderen. “Dan heb je een hefboomeffect”, zegt Henk de Groot, directeur Toezicht bij de Inspectie SZW. “We gaan van streepjes naar effect.”
De Inspectie SZW is voor dit SiR-traject de samenwerking aangegaan met Baeze. In verschillende werksessies zijn zij gezamenlijk de werkwijzen van de Inspectie in kaart gaan brengen, om zo te komen tot mogelijke verbeteringen. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van een praktische werkwijze. Ook zijn er concrete stappen gezet waardoor het projectteam van de Inspectie nu beter in staat is om:
Het vroeg van medewerkers van de Inspectie om kritisch te reflecteren op hun huidige manier van werken. SZW wilde zo komen tot ‘een mindset verandering’, zegt Kim Vesters van Baeze. “De kern is dat je heel goed, van tevoren, weet wat je met je project wil bereiken. Dat je dat concretiseert en meetbaar maakt. Als middel hebben we vijf werksessies gebruikt om medewerkers naar hun eigen werk te laten kijken. Om zo tot een mindset verandering te komen.”
Proces verhelderen
Baeze werkte met het projectteam van de Inspectie SZW dat woningbouwcorporaties inspecteert. Aan werksessies namen telkens 6 tot 20 medewerkers deel, zoals de programmamanager, de projectleider, strategisch adviseur, controller, onderzoeker, communicatiemedewerker en inspecteurs. Zij zijn bijeengebracht om te praten over hun manier van werken. Het daarmee blootgelegde werkproces werd vastgelegd in het zogenoemde SIPOC-model. Daarna werden kritieke prestatie indicatoren (KPI’s) aangewezen waarmee de resultaten van het werk zijn te meten. Die KPI’s moeten worden verwerkt in een dashboard. In ‘de prestatiedialoog’ praat je vervolgens over de stand van KPI’s en hoe je kunt bijsturen om die te behalen.
“Die prestatiedialoog moeten de projectdeelnemers nu vaker voeren”, stelt Kim. Het is dan ook een beweging die SZW in gang wil zetten en die de hele Inspectie moet bereiken. “Om de woorden van Henk te gebruiken: je hebt nog steeds die streepjes nodig, de data over de inspecties die ze bijhouden. Maar met die streepjes kun je dialogen aangaan over de effecten.”
De resultaten zijn door Baeze verzameld in een dashboard. Het dashboard moet later digitaal vormgegeven worden. De beweging om de vruchten van het SiR-traject te plukken is ingezet, zegt Femke Bruin van Baeze: “Wij geloven in voordoen, samendoen en zelf doen. We hebben nu vooral voorgedaan, door te kijken naar de volgorde in het proces en wat je moet registeren. En hoe, wie en wanneer. De volgende stap is dat projectleiders dat zelf doen en collega’s hier mee inspireren.”